Tag Archives: Philip Fokker

Wij denken: de kracht van massacreativiteit

PICNIC 2008 Spreker: Charles Leadbeater, vermaard adviseur van Tony Blair onder diens bewind.

Charles begint zijn lezing met een voorbeeld van de reclame-campagne voor het computerspel Halo 3. In de periode voorafgaand aan het verschijnen van deze langverwachte game werd voor verschillende bioscoopfilms een teaser-trailer gedraaid met aan het einde de link www.ilovebees.com.
Na een tijdje bleek het om een weblink te gaan die een ARG (Alternate Reality Game) wilde initiëren, op het eerste oog leek het echter gewoon een site die bedoeld was voor honing- en bijenliefhebbers. ARG is een vorm van marketing waarbij de fans worden betrokken. De actie was een groot succes: al snel hadden 600.000 mensen de site weten te vinden en werd er op internetfora gespeculeerd over de mogelijkheden en bedoelingen van de website. De eigenares van de site, die (door een Halo-banner die erop flikkerde) leek te zijn gehackt, startte een blog met daarop haar verhaal.
Al snel waren Halo-fans van over de hele wereld bezig met het ontrafelen van de verborgen hints die op haar blog te vinden waren. Uiteindelijk bleek dat er coördinaten op stonden van groot aantal telefooncellen in Europa en de VS.
Toen naar buiten kwam dat er op 24 augustus gebeld zou gaan worden naar deze telefooncellen stonden de fans al snel in de rij om de telefoontjes aan te nemen, waarna zij weer nieuwe instructies kregen. De bedenker van de ilovebees-actie, Jane McGonigal, merkte na het succes van het spel terecht op dat, als er zoveel mensen op een simpel spel afkomen door alleen ‘link tot link’-reclame, de industrie maar eens goed zou moeten gaan nadenken over de manier waarop deze acties voor een groter goed gebruikt zouden kunnen worden.

Dat is waar het deze dag om gaat: samenwerking voor creativiteit.
Maar hoe ontwijken we nu valkuilen als chaos en consensus, beide dodelijk voor creativiteit?
De belangrijkste strategie hiervoor is het bepalen van een drietal pijlers, te weten: het bewaken van diversiteit binnen de groep, het creëren van een opgaande lijn van input-niveaus van informatie en de mogelijkheid voor de groep om beslissingen te nemen. Als je naar succesvolle sites kijkt die informatie verzamelen (zoals Wikipedia), dan zijn al deze ingrediënten aanwezig.
Voor een blik op de toekomst van de bovengenoemde internetapplicatie kan men het best kijken naar de laatste ontwikkelingen in de wetenschap. Het internet is namelijk een kind van de wetenschap, en de manier waarop jonge wetenschappers op dit moment onderzoek doen verschilt nogal van de gangbare onderzoeksmethoden die sinds jaren gehanteerd worden. De jonge wetenschapper begint niet met een hypothese maar met data over het gekozen onderwerp. Deze data worden gedeeld met wetenschappers van over de hele wereld en met behulp van simulatiesoftware* worden verschillende theorieën ontwikkeld. Alle ontwikkelingen worden op elektronische notebooks bijgehouden en de resultaten worden dagelijks gesynchroniseerd. Zo zijn op dit moment een aantal wetenschappers bezig met het idee (van Rem Koolhaas en andere architecten) om liften in grote gebouwen wél te kunnen gebruiken bij een uitslaande brand. Dit omdat de chaos die ontstaat in de noodtrappen veel meer levens kost dan het geval zou zijn wanneer de mensen in het gebouw gewoon de lift zouden kunnen nemen, wat nu niet mogelijk is door de rookontwikkeling in de liftschachten. Het afzuigsysteem dat wereldwijd is ontwikkeld door gebruik van de ‘nieuwe wetenschapsmethode’ zal de komende jaren in alle nieuwe hoogbouw worden toegepast en waarschijnlijk honderden levens redden.
Om dit terug te brengen naar het internet moeten we aanvaarden dat verandering alleen mogelijk is door zaken mét de mensen te ondernemen en niet vóór de mensen (zoals de politiek en de schoolsystemen nog steeds veelal doen). We moeten van een to & for world naar een with & by world, volgens Charles Leadbeater. De iPhone van Apple mag dan wel het meest gehypete en vernieuwende product van het laatste jaar zijn, het blijft een product uit de eerste categorie. Terwijl het internet nu juist een product uit de tweede is.
Dat is dan ook de uitdaging voor de komende generatie: gaan we ervoor zorgen dat het internet gaat werken voor vooruitgang van de gehele mensheid? Of zoals Tim Berners Lee ooit opmerkte: ‘The danger is that we ask too little of the internet.’

* Online simulatieprogramma’s: http://www.nanohub.org/

(eerder verschenen op www.groene.nl)