Aaron Koblin en de kunst van het visualiseren
Een visuele taal ontwikkelen in de traditie van Otto Neurath in een tijd waarin de gemeenschap gebombardeerd wordt met (bewegende) beelden is geen makkelijke opgave. Toch is er een aantal kunstenaars die, eerst geïnspireerd en daarna gemotiveerd door de vele beschikbare data, zich hebben toegelegd op het visualiseren van deze uiteenlopende informatiestromen. Hierdoor kon een kunstvorm ontstaan die wij nu kennen als Datavisualisatie. Bij de term datavisualisatie denkt men waarschijnlijk als eerste aan grafieken die bepaalde informatie uitbeelden, gewoon op een x-y sinus, pieken en dalen in verschillende kleuren. Verschillende kunstenaars zoals Aaron Koblin gebruiken deze informatie echter in hun beeldende kunst door deze los te weken van het kader en alleen de informatie op verschillende manieren te visualiseren. Hierdoor ontstaat een bewegend of statisch beeld dat als bouwstenen de input uit verschillende bronnen gebruikt.
In de visualisaties van Koblin die hij maakte tijdens zijn studie aan UCLA met
de vluchtgegevens van de Federal Aviation Administration is het gegeven dat
wij (westerlingen) de kaart van Noord Amerika herkennen, de sleutel tot concretisering van de gegevens in deze visualisatie. Ook al kunnen wij niet de
exacte gegevens terug halen, we kunnen wel goed zien dat het tijdens bepaalde uren van de dag druk is boven Los Angeles of New York, simpelweg
omdat wij weten waar deze steden zich geografisch bevinden. Het mag duidelijk zijn dat wereldwijd niet iedereen de kaart van Noord Amerika bekend voorkomt. Koblin gebruikt allerhande sociale data (bijvoorbeeld het aantal sms berichten op Koninginnedag in Amsterdam) en vervormd deze door het gebruik van verschillende visualisaties. Het resultaat is een kakofonie
van beeld in vaste of bewegende vorm. Wil datavisualisatie de overstap maken van het papier naar een bewegende animatie die voor een ieder duidelijk begrijpelijk is, dan is het belangrijk om een taal te ontwikkelen die wereldwijd begrepen wordt door allen die belang hebben bij de geleverde informatie.
Gebruik Data Amazon Mechanical Turk
De bovengenoemde webservice van internet gigant Amazon wordt veelal
gebruikt om verschillende taken uit te laten voeren die computers zelf nog net
niet kunnen. Taken die weliswaar mechanisch lijken maar waar desalniettemin toch nog menselijke intelligentie bij nodig is. Iedereen kan zich aansluiten bij deze webservice en tegen een kleine vergoeding (meestal een paar cent per handeling) meewerken aan vele verschillende projecten. Koblin gebruikte deze service als een middel om bepaalde kunstwerken te maken. Voor ‘The sheep market’ vroeg hij tienduizend individuen een schaap te tekenen dat naar links kijkt. Op zijn website en op beeldschermen op festivals over de hele wereld is het resultaat hiervan te bewonderen. Het digitale/ mechanische tekenwerk
van de ‘medewerkers’ van Koblin zijn allemaal te zien omdat deze bewegingen zijn opgenomen. Ook bij het project Ten thousand cents werd
gebruik gemaakt van dezelfde techniek. Ditmaal liet hij tienduizend mensen een heel klein gedeelte van een $100,- biljet tekenen. In totaal werkten er mensen uit één en vijftig landen mee aan deze visualisatie, allemaal tegen de
vergoeding van 1 cent en zonder dat zij op de hoogte waren van het project waarvan zij onderdeel uit maakten. In een visualisatie op het internet is heel mooi te zien hoe al deze kleine deeltje getekend worden en geleidelijk een geheel vormen. Er zijn prints van de $100,- biljetten te koop voor honderd
dollar, het geld gaat naar het ‘one laptop per child project’ van Nicholas Negroponte; een project dat laptops van, jawel, honderd dollar laat maken voor kinderen in de derde wereld.
De bovengenoemde werken, waarbij Koblin gebruik maakt Amazon’s Mechanical Turk, doen vermoeden dat hij bekend is met het werk van journalist James Surowiecki. Surowiecki betoogt in zijn boek ‘The Wisdom of Crowds’ uit 2004 dat grote groepen een grotere intelligentie tonen dan geïsoleerde individuen en dat collectieve intelligentie de zakenwereld, economie, samenlevingen en staten vormgeeft.
Aaron Koblin lijkt een jongen die niet graag stilzit. Na zijn studie aan UCLA werkte hij onder andere voor Yahoo en MIT en op het moment werkt hij voor Google waar hij een van de leidinggevenden is bij het Google Creative Lab.
Google is op het moment een van de belangrijkste spelers bij in het in kaart
brengen van data. Dat Koblin juist hier zijn kennis kan koppelen aan het begrijpelijk weergeven van een overweldigende hoeveelheid informatie is dan
ook geen verrassing. En dat is het meest belangrijke aspect in zijn werk: Op wat voor manier kunnen bepaalde sociale groepen op de hoogte worden gesteld van voor hun belangrijke informatie. Hoe kan de veelal op het eerste gezicht saaie data zó worden vormgegeven dat zij fascineert, boeit en uitnodigt tot een beter begrip van de informatie. Dat zijn werk tentoongesteld wordt van Venetië, via Kiev en Sjanghai tot New York is daarbij vooral mooi meegenomen en onderstreept de interessante ontwikkeling van deze eigentijdse toegepaste kunstvorm.
Werk van Aaron Koblin is te zien op www.aaronkoblin.com
Verschenen in De Nieuwe #20